‘Onschuldig totdat schuld is bewezen’ gaat niet altijd op

Iedere bank heeft een zorgplicht voor zijn cliënten, net zoals een cliënt een zorgplicht heeft voor de bank.
In de Algemene Bankvoorwaarden is vastgelegd dat een cliënt de diensten en producten van een bank niet mag misbruiken voor strafbare feiten en activiteiten die schadelijk zijn voor de reputatie van een bank. Een klant is verplicht om informatie en documentatie aan de bank te geven als die daarom vraagt.
Dat die verplichting heel ver gaat blijkt uit een recente uitspraak van Rechtbank Amsterdam.

Inval FIOD

De kwestie betrof een autobedrijf dat al ruim 40 jaar bankierde bij de Rabobank. Toen de bank ermee bekend werd dat de FIOD een inval bij het bedrijf had gedaan in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar btw-fraude en de mogelijke betrokkenheid bij witwassen en valsheid in geschrifte wenste de Rabobank van het autobedrijf o.m. een afschrift van het volledige strafdossier. Let wel; op dat moment was er slechts een verdenking tegen het autobedrijf. Van een strafrechtelijke vervolging, laat staan veroordeling, was nog helemaal geen sprake. Er was dan ook nog geen enkele strafrechter die inhoudelijk naar de zaak had gekeken.

Het autobedrijf weigerde het dossier aan de Rabobank te verstrekken. Immers, zo stelde de advocaat van het bedrijf, het strafdossier valt onder de wettelijke geheimhouding. O.g.v. de Wet Politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafrechtelijke gegevens (Wjsg) is het niet toegestaan om dergelijke gegevens te verstrekken aan anderen dan de verdediging.

Inzage in het strafdossier

De (kort geding) rechter oordeelde echter dat de Wpg en Wjsg zich richten tot overheidsorganen, en niet tot verdachten. In de wettelijke bepalingen is namelijk geen geheimhoudingsplicht opgenomen voor de verdachte zelf. Het is een verdachte dan ook toegestaan om informatie uit het strafdossier met anderen te delen.
Tevens oordeelde de rechter dat de Rabobank er belang bij heeft om inzage te krijgen in het strafdossier om zo een eigen oordeel te kunnen vormen over de risico’s die de bankrelatie met zich meebrengt. Door het strafdossier niet te overleggen aan de Rabobank heeft het autobedrijf het cliëntonderzoek van de Rabobank belemmerd, aldus de rechter.
Er speelde nog een aantal andere zaken, maar het oordeel van de rechter was dat de Rabobank terecht de bankrelatie had opgezegd.

Out of business

Deze (zeer) formalistische benadering van de rechtbank betekende in feite het einde van het bedrijf.

Verwacht mag worden dat het autobedrijf geen enkele andere bank bereid zal vinden haar als cliënt te aanvaarden zolang het strafrechtelijk onderzoek nog lopende is. En dat kan heel lang duren. De facto is het autobedrijf dan ook ‘out of business’, voordat er ook maar een vervolging laat staan veroordeling heeft plaatsgevonden.

Onschuldig totdat …

De regel in het strafrecht dat een verdachte voor onschuldig wordt gehouden totdat het tegendeel is bewezen wordt met deze uitspraak van de rechtbank behoorlijk uitgehold.
Ik zou menen dat het autobedrijf er verstandig aan doet om zich niet bij de uitspraak neer te leggen, en verder te procederen. Waarschijnlijk zal dat het voortbestaan van de onderneming niet meer redden, maar is wel van belang voor het eventueel kunnen vorderen van een schadevergoeding.

mr.drs. Paul J.M. Bruin

0
Feed

Schrijf een reactie