grootbank teruggefloten door rechter

grootbank teruggefloten door rechter
Recent voerde ondergetekende namens een cliënt (A) een procedure tegen een grootbank. De bank was er heilig van overtuigd dat zij volledig in haar recht stond, en waande zich onaantastbaar. Het liep anders af.

De casus
A had in het verleden een hypothecaire lening met gekoppelde beleggingsportefeuille afgesloten bij de bank in verband met de aankoop van haar woning. Het idee was dat de opbrengsten van de beleggingen dusdanig zouden zijn dat hiermee de hypothecaire lening (grotendeels) zou kunnen worden afgelost. Het viel echter tegen, en de beleggingsportefeuille moest met een aanzienlijk verlies worden verkocht. Uiteindelijk moest A haar woning gedwongen verkopen.


In de tussentijd had A – die op dat moment nog geen cliënt was van ons kantoor – al diverse procedures tegen de bank aangespannen, die A allemaal had verloren. De bank had daar zo genoeg van dat zij A schriftelijk waarschuwde; als A hiermee door zou gaan zou de bank alle proceskosten op haar gaan verhalen. Dat weerhield A er niet van om maar weer een nieuwe procedure te starten. In die procedure, die wederom door A werd verloren, werd A door de rechter in de proceskosten veroordeeld. De proceskosten werden door de rechter standaard vastgesteld op een relatief laag forfaitair bedrag.

Het vervolg
Toen enige tijd later de woning van A gedwongen werd verkocht door de bank hield de bank een aanzienlijk bedrag in op de opbrengst onder de noemer ‘proceskosten’. Dat bedrag was veel hoger dan het door de rechter vastgestelde forfaitaire bedrag.
De bank meende dat zij hiertoe gerechtigd was op grond van haar Algemene Voorwaarden, zeker nu de bank A ook nog eens vooraf had gewaarschuwd.
A wendde zich daarop tot ons kantoor.

Ik was het eens met de bank dat A in het verleden diverse kansloze procedures had gevoerd en hierdoor de bank onnodig op kosten had gejaagd. Dat betekende echter niet dat de bank het recht had om de daadwerkelijk door haar gemaakte kosten door te berekenen aan A.


De hypotheekakte alsook de Algemene Voorwaarden van de bank boden hiertoe onvoldoende grondslag en de rechter had nu eenmaal de proceskostenveroordeling op een forfaitair (relatief laag) bedrag vastgesteld, zo stelden wij. De rechter ging hier in mee.
Ook stelden wij dat als de bank zou menen dat A misbruik van het procesrecht had gemaakt door het voeren van bij voorbaat kansloze procedures, de bank de rechter in die procedures maar had moeten verzoeken om A te veroordelen tot betaling van de daadwerkelijke proceskosten. Dat had de bank echter verzuimd te doen, en nu was de beurt simpelweg voorbij. Ook hier ging de rechter in mee.

Tot haar ontzetting werd de bank dan ook veroordeeld om het teveel ingehouden bedrag aan A terug te betalen (met rente) en werd de bank ook veroordeeld tot vergoeding aan A van de proceskosten van deze procedure.

Proceskosten
In de regel geldt dat de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure wordt veroordeeld, en dat die kosten door de rechter ‘forfaitair’ worden vastgesteld. Concreet betekent dit dat de winnende partij doorgaans bij lange na niet de daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed krijgt. Onder omstandigheden kan de rechter van deze regel afwijken en een hogere vergoeding toewijzen.

Dit zul je als procederende partij echter wel tijdig moeten vorderen en onderbouwen.
mr. drs. Paul J.M. Bruin

0
Feed

Schrijf een reactie